Nienke in Afghanistan

Het zit erop!

Ruim 2 weken geleden kwamen onze opvolgers binnen (voor de Gemini-ers: Sharon dus!) en nadat zij een beetje bijgekomen waren van de reis kon het inwerken gaan beginnen. In de loop van de dagen die volgden namen zij langzaam maar zeker steeds meer taken van ons over. Aan de ene kant fijn, want dat betekende dat onze terugkeer steeds dichterbij kwam, aan de andere kant erg raar om vreemde mensen in 'ons ziekenhuisje', op 'mijn spoedeisende hulp' aan het werk te zien....

Vorige week zaterdag werd het inwerken afgesloten met de TOA (transfer of autority). Vanaf dat moment was het ziekenhuis voor de opvolgers en kon voor ons het lange wachten beginnen. We sliepen niet langer in onze eigen Fab's (daar mochten de opvolgers in) maar in tenten, hadden geen werk meer te doen en ons vliegtuig naar KAF (Kandahar Air Field) zou pas woensdag vertrekken. Dus doodden we de tijd een beetje met volleyballen, pokeren, filmpjes kijken en luieren. Gelukkig wist ik het voor mezelf nog een beetje spannend te maken want maandagavond werd ik ziek. En aangezien mijn commandant het geen goed plan vond om de hele nacht brakend op een veldbedje in een koude tent te liggen, werd ik opgenomen in m'n eigen ziekenhuisje.....!

Dinsdag voelde ik me ondanks vocht via het infuus en medicijnen nog zo belabberd, dat er al gesproken werd over of ik überhaupt de dag daarna mee kon vliegen naar KAF! Maar het laatste wat ik wilde was wel alleen achterblijven terwijl de rest vertrok, dus volledig opgetopt met vocht en medicijnen tegen de koorts en de misselijkheid hebben m'n collega's me woensdag in het vliegtuig gehesen. Hoewel de korte reis een kwelling was, was ik blij dat ik mee kon! Eenmaal op KAF had ik gelukkig tijd om bij te komen en heb ik de rest van de dag lekker op een veldbedje gelegen.

Nog even maakte ik me zorgen dat ik niet verder mocht vliegen omdat ze in het verleden mensen met koorts richting Kreta weigerden (ik denk i.v.m. de Mexicaanse griep), maar gelukkig werd er bij ons geen temperatuur meer gemeten!

In de nacht van donderdag op vrijdag vlogen we van KAF naar Minhad, niet in een Hercules zoals op de heenweg maar met een Amerikaanse C17: een stuk groter én sneller! In Minhad mochten we onze helm, scherfvest, wapen en verplaatsingsuitrusting inleveren dus vanaf daar hadden we alleen nog maar een gewone tas, handbagage en een labtoptas: heerlijk!

Na een uurtje vlogen we door naar Kreta en toen kon het vakantie gevoel beginnen. Bij de ingang van het hotel stonden mensen klaar om ons een blikje Heineken in de handen te duwen. Heerlijkgedouched en getut, schone burgerkleding aan en gegeten in het hotel met uiteraard een lekker koud biertje erbij. De eerste avond ben ik op tijd naar bed gegaan, ik voelde me inmiddels wel stukken beter, maar was erg moe en om 8 uur de volgende ochtend hadden we ons verplichte groepsgesprek.

Het doel van die 2 dagen Kreta is namelijk 'adapteren' van oorlogsgebied naar huis. Met andere woorden de overgang van militair naar burger een beetje soepel te laten verlopen. Onder (enigszins) gecontroleerde omstandigheden om schakelen van alertheid naar lekker ontspannen, van uniform naar spijkerbroek, van je Fab naar wat luxere leefomstandigheden en last but not least van 5 maanden drooglegging naar wijn en bier! Een groepsgesprek onder begeleiding van 2 gespreksleiders was een verplicht onderdeel daarvan.
Daarna zijn we met een groepje mensen het stadje Chania gaan verkennen: heerlijk shoppen, door de mediterane straatjes slenteren, 2 uur lang uitgebreid gelunched met heerlijke wijn erbij, lékkere koffie drinken bij de Star Bucks, en uren op een terrasje gezeten met iets te veel wijn!

De volgende ochtend ietwat brak opgestaan, maar dat was snel vergeten toen we in het vliegtuig naar Eindhoven stapten: nu écht op weg naar huis! Op Eindhoven nog even snel een praatje van Generaal van Uhm en afscheid nemen van m'n collega's en toen kon ik me in de armen storten van John en Papa & Mama!

De afgelopen 5 maanden heb ik ontzettend veel nieuwe dingen gezien, gedaan en geleerd. Het was voor mijn een fantastische ervaring, met uiteraard pieken en dalen. Zonder de steun van mijn 'thuisfront' was het allemaal een stuk lastiger geweest, dus bij deze wil ik jullie allemaal bedanken voor jullie steun! Voor het lezen van m'n blog, de vele reacties, mailtjes en kaartjes: BEDANKT!!!

Ik ga nulekker genieten van het weer thuiszijn:HOME SWEET HOME!

liefs,
Nienke

TK Hospital

Een paar weken geleden lag ik 's avonds lekker met een boek in bed toen Guy, de commandant van ons ziekenhuis, plotseling binnenkwam: de volgende dag zou een delegatie van o.a. Buitenlandse Zaken een werkbezoek brengen aan TK Hospital en ze kwamen een vrouw te kort, of ik mee wilde...!
TK Hospital is het lokale ziekenhuis hier in Tarin Kowt waar wij geregeld patiënten naar verwijzen als we ze hier ontslaan. We weten eigenlijk niet zo goed wat voor niveau zorg daar wordt geleverd, wat het soms moeilijk maakt om te beslissen wanneer een patiënt goed genoeg is voor TK Hospital. Een kans om daar een kijkje in de keuken te nemen greep ik dus met beide handen aan.

Zonder twijfel riep ik 'ja, graag!'. Toen m'n commandant weg was realiseerde ik me gelijk dat m'n thuisfront dit bericht misschien met iets minder enthousiasme zou ontvangen, ik had immers afgesproken niet zomaar de poort uit te gaan en geen onnodige risico's te nemen tijdens m'n uitzending. Maar dit was voor mijn gevoel ook niet 'zomaar' de poort uit gaan. Dat het een risico was, oké, maar was het een groot risico? Er gingen burgers van Buitenlandse Zaken mee, dus de beveiliging zou optimaal zijn. Het was in ieder geval geen onnodig risico: het zou waardevolle informatie voor ons werk hier kunnen opleveren.

Gelukkig kon ik er niet lang over nadenken en was er geen tijd meer om contact op te nemen met thuis. Zo hoefde ik ze gelukkig niet bij voorbaat ongerust te maken.

De volgende ochtend stond ik samen met Roy, onze SNO (senior nursing officer, die op het NOS-journaal was na de misplaatste luchtaanval), aan de andere kant van Kamp Holland klaar voor vertrek: helm, scherfvest, wapen en fotocamera omgehangen. We zouden vertrekken in konvooi met 5 bushmasters en 1 viking (rupsvoertuig). In de bushmaster waar ik in moest, was nog een plekje vrij voorin naast de chauffeur en raad 's wie daar na haar allerliefste glimlach mocht zitten...?!?

Het vertrek duurde nog even in verband met het slechte weer (veel regen) en op een gegeven moment was er sprake van dat het hele plan misschien niet door zou gaan. Ik hoopte vurig dat we toch nog zouden vertrekken, want als het uitgesteld zou worden, dan zou ik wel de kans hebben om van te voren m'n thuisfront in te lichten..... Dat zou betekenen dat zij waarschijnlijk een aantal dagen ongerust zouden zijn en zich zorgen zouden maken. En misschien zouden ze me proberen te overtuigen om niet te gaan.... En het alternatief, niets zeggen, druisde ook tegen m'n gevoel in... Gelukkig hoefde ik geen keuze te maken, want na een uurtje wachten vertrokken we alsnog.

In een stoet van 6 voertuigen reden we de poort uit. Dit was, afgezien van het uitzicht vanuit het vliegtuigje en foto's van anderen, de eerste keer dat ik echt iets van Afghanistan kon zien! De weg naar TK was een brede zandweg. Verkeer dat ons tegemoet kwam bleef in de berm staan totdat onze hele stoet gepasseerd was. Het was duidelijk dat de bevolking hier gewend was aan onze aanwezigheid: bijna al het verkeer ging automatisch al in de berm staan zonder een teken van ons. Aan de andere kant waren we kennelijk nog steeds bijzonder, want we kregen veel aandacht van voetgangers, met name van kinderen. En als ze wat beter keken en een vrouwelijke militair voorin één van de bushmasters zagen zitten, was dat wel het wijzen waard!

Eenmaal in TK stapten we uit in de 'hoofdstraat', het laatste stukje naar het ziekenhuis was te voet. We splitsten ons in een mannengroep en een vrouwengroep en eenmaal op het terrein van het ziekenhuis gingen de groepen uit elkaar. Ik liep met de vrouwen mee naar de vrouwenafdeling: een apart gebouwtje op het terrein van het ziekenhuis. Voor de ingang was een pleintje waar een speeltoestel stond. Ik realiseerde me opeens dat ik hier foto's van had zien hangen in onze eetzaal: de renovatie van het ziekenhuis was een project geweest van het PRT-team (provinciaal reconstructie team) van 2 jaar geleden. Het gebouw van het ziekenhuis oogde schoon, ruim en licht. Maar ook erg leeg. We werden naar een vergaderkamer gebracht waar het vrouwelijke personeel was verzameld. De medewerksters van Buitenlandse Zaken hadden een vragenlijst die ze wilden afwerken en waren vooral geïnteresseerd in familie, achtergrond en opleiding van de vrouwen. Gelukkig mocht ik tussendoor gewoon vragen stellen, zodat ik wat meer informatie kreeg over het ziekenhuis, de vrouwenafdeling en het werk daar.

De vrouwenafdeling wordt gerund door een vrouwelijke arts (een gynaecoloog), een vrouwelijke verpleegkundige en een aantal voedvrouwen. Dat is niet zo veel personeel als je bedenkt dat ze 24/7 voor 27 patiënten moeten zorgen. Ze begeleiden zo'n 4-5 bevallingen per dag en daarnaast komen er ook zieke of gewonde vrouwen binnen. Er is gebrek aan veel materiaal en medicatie. Ik had eerder gehoord dat het ziekenhuis gesteund wordt door een hulporganisatie die voor de levering van dat soort spullen zorgt, dus ik vroeg of ze daar niets van kregen. Het antwoord deed me even slikken: er worden inderdaad wel spullen geleverd, maar zodra die binnenkomen gaat het in eerste instantie naar de mannenafdeling. Als daar wat van overblijft of als ze wat kunnen missen, komen de restanten naar de vrouwenafdeling. Hetzelfde geldt een beetje voor de mogelijkheid om te opereren: de operatiekamer is in het hoofdgebouw (de mannenafdeling). Als de vrouwelijke gynaecoloog die wil gebruiken kan dat alleen als hij vrij is en ze krijgt daarbij geen hulp van het (mannelijke) operatieteam. Ze doet zo'n operatie dan samen met haar verpleegkundige.

En wat als een vrouw een ander soort operatie nodig heeft die de gynaecoloog niet kan uitvoeren? Dan hangt het ervan af of de chirurg zin en tijd heeft om de vrouw te opereren, de middelen beschikbaar zijn, en of de familie van de vrouw akkoord gaat met een mannelijke operateur. Op mijn vraag of dat altijd op tijd gebeurt, krijg ik geen duidelijk antwoord, maar ik kan wel raden naar de afloop in sommige situaties.

Ondanks dit soort beperkingen bemerk ik weinig frustraties bij het team. Ze zijn trots op wat ze doen en worden door hun families gesteund in hun werk. Natuurlijk zijn er wel dingen die ze graag anders zouden zien, maar verandering kost nu eenmaal tijd.

Als ik vraag of ik, als tijdelijke dokter op Kamp Holland, iets voor ze kan doen, krijg ik in eerste instantie een waslijst met spullen die ze nodig hebben. Helaas kan ik daarin weinig voor ze betekenen: medicatie en verbandmiddelen die bijvoorbeeld over datum zijn (maar nog wel goed zijn), mogen we niet weggeven, die worden verbrand. En uit onze eigen voorraad spullen weggeven mogen we ook niet, dat past niet binnen onze missie hier. Wat ik wel kan toezeggen is reparatie van hun kapotte apparaten, en gelukkig zijn ze hier al erg blij mee. Verder zeg ik toe dat ik het probleem van de verdeling van de goederen door zal spelen naar de medische staf van ons kamp, in de hoop dat zij contact op kunnen nemen met de organisatie die het levert. Het zou al een hoop kunnen schelen als de voorraden in 2 pakken worden aangeleverd, met duidelijk vrouwen- of mannenafdeling erop.

Tenslotte vertel ik dat er bijna altijd vrouwelijke dokters in Kamp Holland zijn en dat wij, zeker in geval van levensbedreigende situaties, bereid zijn om patiënten vanuit TK Hospital over te nemen. Ik zorg ervoor dat de vrouwelijke arts een rechtstreeks telefoonnummer van ons ziekenhuis krijgt en druk haar op het hart vooral te bellen in geval van twijfel!

Weer buiten ontmoet ik Roy weer en we wisselen foto's en ervaringen uit. Dat er veel verschil is tussen de mannen- en vrouwenafdeling wordt door zijn ervaringen bevestigigd. Het is een nuttig werkbezoek geweest, daar zijn we het over eens. We verlaten met een goed gevoel het ziekenhuis en ik hoop dat mijn ontmoeting met deze bijzondere vrouwen tot een paar kleine verbeteringen kan leiden.


Nienke

P.S. Inmiddels hebben we vanuit TK hospital één keer een meisje doorgestuurd gekregen met ernstige inwendige verwondingen. Ze is hier snel geopereerd en herstelt nu goed. Ik hoop dat dit het begin is van een betere samenwerking met de vrouwenafdeling van TK hospital!

En hoe het verder gaat

Veel mensen vragen in mailtjes en kaartjes: 'en hoe gaat het verder?' Vandaar de titel van dit stukje. En voor degenen die benieuwd zijn naar het antwoord: En verder......gaat het hier goed!De temperatuur is de laatste weken behoorlijk opgelopen en de thermometer wijst nu ruim boven de 30 graden aan! Nog goed te doen als je je rustig houdt op het heetst van de dag, maar ik vind het niet erg dat we hier niet in de zomer zitten en ik wens onze opvolgers veel sterkte toe!

Tegenwoordig mag ik af en toe het spreekuur van de huisarts draaien, erg leuk om te doen! Ik heb hiervandaan gesolliciteerd voor de huisartsenopleiding en mag in april op gesprek komen! Daarnaast heb ik natuurlijk m'n gewone werkzaamheden (ja, het begint inderdaad al een beetje 'gewoon' te worden) en gelukkig waren er de afgelopen tijd ook weer een aantal leuke dingen dat voor de nodige afwisseling zorgt.

Zo heb ik vorige week zondag de base run gelopen: een afstand van 5 mile (8 kilometer) door en rondom het kamp. Thuis loop ik ook wel 8 kilometer (als ik een goeie bui heb ;-)), maar hier viel het niet mee! Door de hoogte merk je dat de lucht hier ijler is. Bovendien was het al behoorlijk warm, is het terrein onregelmatig, vullen je longen zich met stof en zand en kom je ook nog een heuveltje tegen hier en daar. Mijn doel was om het binnen het uur te lopen en toen ik de finish passeerde wees het bord 59 minuten en 13 seconden aan! Been there, done that, got the T-shirt!

Ook is Willem Alexander bij ons op bezoek geweest, zoals jullie misschien wel op het nieuws hebben gehoord. We hadden een meet&greet met natuurlijk te veel mensen en te weinig tijd, maar ik heb toch zeker 2 zinnen met hem gewisseld én ik sta samen met onze kroonprins op de foto!

En eergisteren was het Afghaans Nieuwjaar. We waren met een kleine delegatie van het ziekenhuis uitgenodigd voor het feest: leuke Afghaanse muziek van een live band met bijzondere instrumenten en lekker Afghaans eten. Leuk om weer een stukje cultuur te kunnen proeven! Het eten smaakte naar meer en gelukkig zit er in Amsterdam een Afghaans restaurant, dus die gaan John en ik zeker 's uitproberen!

Nu is het echt aftellen geblazen. Aanstaande woensdag komt een nieuw chirurgisch team om het Australische team af te lossen en de week daarna komen onze aflossers! Weer een week later zitten we hopelijk in het vliegtuig naar Kandahar om via Minhad naar Kreta te gaan. Daar hebben we nog 2 dagen adaptatie: de eerste nazorg-gesprekken, even wennen aan het feit dat je weg bent uit oorlogsgebied, dat je alertheid-status weer kan zakken, je weer 'gewoon' naar buiten kunt, alcohol kunt drinken etc. Je merkt dat iedereen zin heeft om naar huis te gaan en dat maakt dat de laatste weken wel langzaam gaan, maar wat er ook gebeurt, over 20 dagen zijn we thuis!

Tot snel!

liefs,
Nienke

Masscal en meer

Vrijdag 12 februari: een dagje ER2

Vandaag ben ik ER2, wat betekent dat ik samen met m'n team pas aan de bak hoef als er 2 of meer patiënten tegelijk binnen komen. Dus meestal lekker de tijd om uit te slapen en te sporten enzo. En inderdaad vanmorgen pas om kwart over negen wakker geworden, nog even lekker liggen lezen in bed en toen mezelf in m'n sport out-fit gehesen.

Op weg naar de gym kwam ik onze Australische anesthesioloog tegen die riep dat er geheid patiënten binnen zouden komen als ik in de gym zou staan, iets wat inderdaad gebeurd was op dag 1 dat het Australische team in charge was.
Eenmaal in de gym stond ik lekker los te gaan op de cross-trainer, onder begeleiding van 'Scooter, back in tha house, yeh!' en meer dansmuziek van topkwaliteit. Ik zag Ray, de verpleegkundige van mijn team, tegenover me op de hardloopband staan en dacht: dat is handig, hij heeft een portofoon bij zich, dus dan hoor ik het ook gelijk als ze ons nodig hebben.
Er zijn niet genoeg portofoons, dus als dokter van ER2 heb je geen eigen porto bij je. Wel staat er bij de ingang van het ziekenhuis een bord met al onze namen, die je bij verlaten van het ziekenhuis moet verschuiven naar de locatie waar je heen gaat, zodat ze je in geval van nood snel kunnen vinden.

Ray was nog geen 10 minuten de gym uit, toen Guy, m'n commandant opeens voor m'n neus stond: 'we hebben je nodig!' In een stevige looppas (voorzichtig, je breekt zo je enkel op het onregelmatige terrein) richting ziekenhuis. Bezweet en al, in m'n sportkleding met m'n I-pod nog in m'n oren kwam ik aan op de spoed: 3 gewonden onderweg, 1 zwaargewond, 2 matig zwaargewond, ETA (estimated time of arrival) 5 minuten. Geen tijd meer dus om terug te gaan naar m'n fab, dus maar snel een groen OK-pak uit de kast getrokken. Enerzijds om m'n eigen kleren niet bloot te stellen aan bloed, zweet, braaksel en andere lichaamsvloeistoffen, anderzijds omdat ik dacht dat eventuele local-gewonden niet zo gecharmeerd zouden zijn van een vrouwelijke dokter in een hockey-rokje....!

Ik stapte net in chirurgisch groen de spoed weer op toen onze ambulance terugkwam van de heli-landing-site. Met achterin maar 1 gewonde.... De melding was niet helemaal compleet geweest, 2 gewonden gingen naar andere ziekenhuis. Geen werk voor mijn team dus, maar ach, dit soort acties houden je scherp, moet je maar denken!


Zondag 21 februari: Masscal

Op andere dagen word je zeker niet voor niets gealarmeerd! Op zondag draaien we ook hier zondagsdiensten en het was heerlijk weer, dus ik lag met wat andere mensen lui met een boek op de bank in onze tuin toen de melding binnenkwam: 5 gewonden categorie B (matig zwaargewond, niet direct levensbedreigend) door een bermbom-explosie. Wij zouden er daarvan 3 binnenkrijgen, en onze Amerikaanse buren 2. Terwijl we bezig waren met de voorbereidingen veranderde de melding meerdere malen. Het waren er waarschijnlijk 7 (waarvan 4 voor ons) en het waren waarschijnlijk categorie A's (zwaargewond). Bovendien moesten we er rekening mee houden dat het Taliban-strijders waren!

Nou wordt sowieso iedere patiënt die van buiten het kamp binnenkomt voor de ingang van ons ziekenhuis 'gesearched': er wordt gekeken of hij niet nog wapens of munitie op zijn lichaam heeft. Maar als je weet dat het mogelijk boefjes zijn, is iedereen wel extra alert, dragen onze tolken maskertjes om niet herkenbaar te zijn en doen wij onze naamlinten af.

Het aantal gewonden bleef veranderen in de melding, dus om op alles voorbereid te zijn gingen we uit van een masscal (mass casualties): meer slachtoffers dan ons ziekenhuis onder normale omstandigheden aan kan, met andere woorden: een rampscenario. Onze recovery werd extra ER ruimte en in een brede gang werden nog eens 4 trauma-opvangpunten ingericht. Alle spullen hiervoor staan standaard klaar, dus het kost weinig tijd. Extra teams werden samengesteld (ik werd team 4) en iedereen begon aan de voorbereiding op z'n eigen werkplek. Het is bijzonder om te zien wat adrenaline met verschillende mensen doet. De één wordt er scherp en gefocust van, terwijl de ander de neiging heeft om rond te gaan rennen (nooit rennen in het ziekenhuis!) als een kip zonder kop. Maar overall heerste er een sfeer van concentratie en alertheid.

Binnen 10 minuten kregen we de eerste patiënten binnen: een kind, een vrouw en een man. Waren dit Taliban-strijders?!? Vlak daarna reden ons eerste team opnieuw naar de heli-landingsite en kregen we nog 4 gewonden, in totaal dus 7 categorie A's: onze uitgebreide voorbereidingen waren niet voor niets! Terwijl ieder team met z'n eigen patiënt(en) bezig was, werden er in de tussentijd prioriteiten gesteld: hoe stabiel is jou patiënt? Bij wie worden er als eerste foto's gemaakt? Wie gaat er als eerste naar OK (operatiekamer)? Gelukkig liep alles goed en hebben al onze patiënten het overleefd.

Pas later hoorden we wat er echt aan de hand was en wat jullie waarschijnlijk allemaal via de kranten en het journaal hebben gehoord: onze patiënten, waarschijnlijk allemaal burgers, waren gewond geraakt bij een NAVO-luchtaanval die bedoeld was voor talibanstrijders. Bij diezelfde aanval kwamen zeker 27 mensen om het leven, waaronder vrouwen en kinderen.... Zo'n boodschap hakt er wel in: deze mensen zijn gewond geraakt of zelfs overleden door 'onze' schuld.....

In de dagen daarna wordt ons ziekenhuisje overspoeld door aandacht van generaals, hooggeplaatste Afghanen, NAVO-mensen en niet in de laatste plaats de media. Hopelijk is er voor de gewonden en de nabestaanden van de overledenen over een jaar, 5 jaar, 20 jaar nog net zo veel aandacht.


Woensdag 3 Maart: Hieperdepiep!

Gelukkig maken we niet alleen maar indrukwekkende dingen mee, maar is er ook genoeg tijd voor ontspannende dingen en veel lol! Een dagje schietbaan om je schietvaardigheden op peil te houden bijvoorbeeld, een avondje carnaval vieren, Rafaëlla (van Idols) die komt optreden en mijn verjaardag 2 dagen geleden!

Ik dacht eerst dat een verjaardag hier misschien een beetje ongemerkt voorbij zou gaan, maar niks was minder waar! 's Ochtends was m'n slaap-fab helemaal versierd met balonnen en slingers en toen ik naar het toiletgebouw ging hing daar een grote foto van mij met 'Dr. Nienke 28, gefeliciteerd!' Erg leuk! De grote berg post die maandag gearriveerd was had ik braaf dichtgelaten tot m'n verjaardag, dus de hele dag door liep ik met een big smile op m'n gezicht kaartjes te lezen en enveloppen en kadootjes open te maken! 's Middags, tijdens het dagelijkse update-praatje met het hele ziekenhuis werd er voor me gezongen en was er taart. En 's avonds ben ik met m'n-beste-door-defensie-opgelegde-vrienden-uit-het-ziekenhuis gaan eten in de Echo's (niet echt een restaurant, meer een soort kantine, maar 's wat anders dan de eetzaal waar je 3 keer per dag zit!). Daar kreeg ik ook nog kadootjes van m'n collega's!

Ondanks het gemis van thuis zijn heb ik me dus ontzettend jarig gevoeld!

Liefs,
Nienke

P.S. bedankt voor alle lieve verjaardagspost!

Terug voor Oma

Vrijdag 5 februari
Ik typ dit stukje niet vanuit Afghanistan maar vanachter m'n eigen vertrouwde bureautje in Amsterdam. Woensdagochtend is Oma Smit overleden. Niet geheel onverwacht, ze ging sinds haar laatste hersenbloeding vorig jaar langzaam maar zeker achteruit, fysiek en mentaal. Voor vertrek heb ik ook eigenlijk stiekem al een beetje afscheid genomen.
Van te voren heb ik het er ook met m'n ouders over gehad wat ik zou doen als dit tijdens mijn uitzending zou gebeuren en toen hebben we samen bedacht dat ik waarschijnlijk niet zou terugkomen: voor Oma zou het niet meer uitmaken, voor Papa was het ook niet nodig en zelf had ik het idee dat ik het me mezelf waarschijnlijk heel moeilijk zou maken door daarna opnieuw afscheid te moeten nemen en terug te moeten naar Kamp Holland, in m'n eentje die lange reis, etc.

Dat was allemaal in theorie. Maar toen ik woensdagmiddag het bericht kreeg kwam dat toch een stuk harder aan dat verwacht. En ondanks allemaal lieve, begripvolle en troostende collega's om me heen, voelde ik me opeens ontzettend eenzaam daar in TK, ver weg bij de mensen bij wie ik toen graag wilde zijn.
Na verschillende telefoontjes, janksessies, gesprekken met thuis en collega's moest ik 2 uur later de knoop doorhakken en heb ik besloten tóch terug te komen.
Twee collega's daar hebben eerder in ongeveer dezelfde situatie gezeten en zijn teruggegaan en zijn daar achteraf gezien heel blij om: even terug om te kunnen doen wat je moet doen, en dan weer verder met de missie.

Waar ik voor vertrek bang voor was (het moeilijk vinden om weer terug te gaan) speelt nu veel minder: het afscheid nemen van thuis is strakjes nog maar voor een week of 8 in plaats van bijna 5 maanden, ik weet nu waar ik naar toe ga, het is niet onbekend meer en ik weet dat daar een groep fijne collega's op me wacht met wie ik deze missie wil afmaken, want onze taak daar is nog niet klaar.

Woensdagavond de knoop doorgehakt en zijn verschillende mensen mijn terugkeer gaan regelen. Donderdagochtend ben ik in een Cougar (NL luchtmacht-helicopter) gestapt en naar Kandahar gevlogen, vandaaruit met een Hercules (gevechtsvliegtuig) naar Mirage, het militaire vliegveld vlak bij Dubai. Omgekleed in burger, per auto naar het burgervliegveld van Dubai en vanaf Dubai International Airport met KLM rechtstreeks naar Schiphol, waar ik me vanmorgen in de armen van John kon storten.

Het is heel raar en onwerkelijk om hier zo plotseling weer te zijn, en tegelijkertijd zo vertrouwd.

Donderdag 11 februari
Inmiddels schrijf ik weer vanuit m'n inmiddels even vertrouwde Fab op Kamp Holland.

Ik ben blij dat ik ben teruggegaan, denk dat ik de juiste beslissing heb genomen. Zondag met m'n ouders en broers jeugdherinneringen kunnen ophalen aan Opa en Oma, waar Tjalling als oudste kleinkind een mooi verhaal van heeft gemaakt voor tijdens de dienst. Maandag de crematie zelf, ook blij dat ik daar bij heb kunnen zijn, om toch het échte, laatste afscheid van Oma mee te kunnen maken, voor ons ook een afsluiting van het Opa-en-Oma-tijdperk.

En natuurlijk heb ik stiekem ook een beetje genoten van die 4 daagjes thuis: genoten van het feit dat ik m'n familie weer even kon zien en knuffelen, genoten van onbeperkt douchen en slapen in m'n eigen bed, genoten van tapas, wijn, sushi, blauwe kaas en nog meer wijn. En last but certainly not least: genoten van het plotselinge samenzijn met John!

Dinsdagnacht in alle vroegte met John richting Eindhoven, waar ik me om 7 uur 's ochtends weer moest melden voor de terugreis naar TK. De reis viel me minder zwaar dan de vorige keer, niet alleen omdat ik minder bagage te sjouwen had, maar ook omdat ik wist waar ik naar toe ging, het was niet onbekend meer allemaal.

Na de bekende reis via Eindhoven, Mirage en Kandahar landde ik gisterochtend op Kamp Holland. Vanuit het vliegtuig zag ik mijn fabgenootje Wendy al staan (zij werkt op het vliegveld) en zij had stiekem ook fabgenootje Rebecca de landingsbaan opgesmokkeld! Fijn om ze weer te zien! En eenmaal bij de pax-terminal stond het halve ziekenhuis als een soort fanclub te zwaaien en te juichen! Een warm welkom!

Het was goed dat ik teruggegaan ben naar NL en het voelt goed om weer hier te zijn!

Liefs, Nienke

P.S.
M'n laatste blog was alweer een poosje geleden en dat merkte ik aan jullie reacties: 'gaat alles wel goed?' 'Is het te druk om te schrijven?' 'Wanneer komt je volgende verhaal?'
Fijn om te merken dat jullie het missen als ik even wat langer niets laat horen! Hier is het de afgelopen weken allemaal goed gegaan, en het is niet zo druk dat ik geen tijd heb om te schrijven, maar soms heb ik een periode gewoon wat minder schrijf-zin, en het moet natuurlijk wel leuk blijven om te doen!
Maar m'n volgende blog zal ik proberen wat sneller te schrijven!

Cultuurverchil

Ongeveer driekwart van de patiënten die we binnenkrijgen is Afghaan. Eigenlijk zien we alleen maar mannen en jongetjes. Raken de vrouwen en meisjes niet gewond? Of wordt voor hen niet zo veel moeite gedaan om goede zorg te krijgen als voor de mannen?
In ieder geval moet er met deze jongens en mannen gecommuniceerd worden, en aangezien mijn Pashtun nog niet veel meer is dan dard ka jie (doet dit pijn?) en gwol kawee (moet je poepen?), is het fijn dat we tolken hebben rondlopen in het ziekenhuis.

Eén van deze tolken is Jhack en met hem raakte ik laatst in gesprek. Hij woont en werkt al ruim 2 jaar in Kamp Holland. Het verdient goed zegt hij, en hij vindt het fijn om hier te werken. Zijn familie woont in Kandahar, waar hij eens in de drie-vier maanden naar toe gaat. Onder beveiliging natuurlijk, want niet al zijn landgenoten denken dat hij hier goed werk doet.
Ik vroeg verder naar zijn familie, of hij getrouwd was. Nee dat niet, maar hij hoopte wel dat dat binnenkort ging gebeuren. Terwijl hij het vertelt beginnen zijn ietwat verlegen ogen te stralen. Er is een meisje dat hij erg leuk vindt en waarvan hij hoopt dat zij binnenkort zijn vrouw gaat worden.

'Does the girl know it?' vraag ik lachend. Nee nog niet. 'Are you going to propose then?' vraag ik naïef en op het moment dat ik de vraag stel, realiseer ik me al dat het antwoord natuurlijk 'nee' zal zijn, zo gaat dat niet in dit land.
Hij legt uit dat zijn ouders aan haar ouders moeten gaan vragen of ze mogen trouwen. Voorzichtig, om niet nog meer domme vragen te stellen én om hem niet te beledigen of in verlegenheid te brengen, vraag ik verder.

Heeft het stel zelf ook een inbreng? Hij wel, hij heeft zijn moeder verteld dat dit meisje zijn voorkeur heeft, en zijn moeder gaat nu haar best doen. Maar als zijn schoonouders-to-be andere plannen met hun dochter hebben houdt het op. En het meisje zelf? Die hoeft zich nergens zorgen om te maken, ze krijgt vanzelf te horen met wie ze moet trouwen....

Of ze elkaar al een beetje kennen, met elkaar gesproken hebben en dergelijke, vraag ik tenslotte. Bij het antwoord dat ik krijg moet ik moeite doen om mijn gezicht in de plooi te houden: ja zeker, het is namelijk zijn nicht....

Langzaam maar zeker begin ik wat te wennen aan dit soort dingen. Ik probeer er niet met mijn westerse instelling over te oordelen, maar dat kost soms wel moeite. Zoals ik er ook aan moest wennen dat al mijn mannelijke collega's een hand krijgen en ik overgeslagen word. Of dat mijn mannelijke Afghaanse patiënt na 3 keer duidelijke uitleg van de tolk blijft vragen wanneer de échte (lees: mannelijke) dokter nou komt.

Ik realiseer me dat het er bij hoort, dat het een deel is van hun cultuur en opvoeding. En voor Jhack probeer ik oprecht blij te zijn. Maar voor mezelf ben ik toch vooral blij dat ik in Nederland woon, waar mijn patiënten (meestal) niet moeilijk doen over het feit dat ik vrouw ben en waar ik mijn partner zelf mag uitkiezen!

x Nienke

Sinterkerst in Verweggistan

Het is alweer een poosje geleden dat ik voor het laatst geschreven heb en er is ook alweer een hoop gebeurd!

Op 5 december kwam ook hier Sinterklaas langs, op een kameel, een hoop hilariteit tot gevolg!

Ook MissieMax is hier langs geweest om opnames te maken, ik ben zelfs geïnterviewd! Het wordt waarschijnlijk uitgezonden op 3 januari, meer info op http://www.missiemax.nl/.

En zodra Sint en Pieten weer vertrokken werd ook hier begonnen met alle kerstvoorbereidingen: onze POR (personeelsontspanningsruimte) is één en al kerstlichtje-kerstsok-kerstboom-kerstdecor inclusief sneeuwvlokken aan het plafond en winterlandschappen aan de muren! Ook in de rest van het kamp schieten de kerstbomen en overige versierselen als paddenstoelen uit de grond. En zodra kerst echt nadert klinken er op verschillende plekken de welbekende kerstliedjes. Toch wil het echte kerstgevoel bij mij en de meeste anderen niet echt indalen. Het voelt allemaal een beetje nep en geforceerd.

De dag voor kerst heb ik het even zwaar. We hebben net een meisje van 5 jaar oud binnengekregen, zwaargewond door een granaat die ze mee naar huis heeft genomen en waarschijnlijk in haar handje is ontploft. Haar rechter oog is weggeblazen en ze heeft een grote wond op haar voorhoofd, daarachter waarschijnlijk een schedelfractuur. Bij ons op de spoedeisende hulp verliest ze tussen het huilen door regelmatig haar bewustzijn. We stabiliseren haar en plaatsten haar zo snel mogelijk over naar Kandahar, waar ze een CT-scan van haar hoofdje kunnen maken. Het grijpt iedereen in m'n team aan.
Daarnaast mis ik John, realiseer ik me dat het bijna kerst is en iedereen in Nederland straks gezellig bij elkaar is.... Waarom wilde ik dit ook alweer? Ik ben het even kwijt.... Als de commandant dan ook nog in z'n speech begint over kerst zonder familie en geliefden om je heen, stroomt de emmer over. Alles bij elkaar zorgt het even voor een knakmomentje.

Gelukkig heb ik lieve collega's waarbij ik even lekker uit kan janken. Ook tijdens de nachtmis 's avonds vloeien er nog wat traantjes en dan is het weer klaar. Na de nachtmis treden er op het plein voor de eetzaal Australiërs op met kerstmuziek, er om heen kleumende mensen met kaarsjes in de handen. Het kerstgevoel begint zowaar een beetje door te breken.

Na afloop terug in het ziekenhuis is dat gevoel ook net zo snel verdwenen, maar ach, volgend jaar is het weer kerst! Eerste kerstdag staan we op het punt om van een kerstdiner te gaan genieten als er een traumapatiënt wordt aangekondigd. Tot zover het kerstdiner. Gelukkig valt het met de patiënt allemaal redelijk mee en zijn we nog op tijd om te genieten van de chocoladefondue in de POR! Al met al een rare kerst!

Tussen alle feestdagen door zijn we natuurlijk aan het werk, de ene week wat meer dan de andere, soms ben je blij als je even rust hebt en op andere momenten hoop je dat er snel weer 's wat gebeurt omdat het niks doen begint te vervelen.

Vanavond is het oud & nieuw, bij ons drieënhalf uur eerder dan bij jullie. De eerste oliebol is al verorberd en vanavond treedt er ook weer iets op op het plein. Qua alcohol blijft het bij Jip-en-Janneke-Champagne en vuurwerk is ook verboden, maar gelukkig heb ik illegale sterretjes, dank je wel, mam! Het zal hoe dan ook een ongewone en bijzondere jaarwisseling worden!


Voor iedereen thuis: alvast een GELUKKIG NIEUWJAAR!!!


Liefs, Nienke

Kamp Holland

Het kamp
Na bijna 3 weken begint het leven op Kamp Holland al behoorlijk te wennen! Het stuk van het kamp waar ik me 99% van de tijd in begeef is dan ook niet zo groot: de eetzaal, het ziekenhuis met daarachter de POR (personeels-ontspanningsruimte) en de tuin, Hilton TK (ons chalet met de slaapfab's) en de sportzaal. Bijna alles is opgebouwd uit containers en omgeven door hesco-muren voor extra bescherming: heel functioneel maar wel een beetje saai ;).

Het weer
Het is hier 's avonds goed koud, af en toe vriest het al! Overdag kan het ook nog behoorlijk fris zijn, maar als de zon doorbreekt warmt het snel op en kan je midden op de dag heerlijk in je T-shirt in de zon zitten! Gelukkig hebben we als echte Nederlanders ook hier altijd wat te klagen: bij droog weer is alles te stoffig en te zanderig, bij regen verandert het kamp in één grote modderpoel!

Het eten
We eten 3 keer per dag in de eetzaal en het eten is hier prima: genoeg afwisseling, veel groente en vers fruit. Alleen de wijn valt nogal tegen door afwezigheid: Kamp Holland is een alcoholvrij all-inclusive resort. We kijken nu al uit naar de Jip-en-Janneke-champagne met oud en nieuw!

Het werk
We zijn hier natuurlijk om te werken en dat doen we ook eigenlijk iedere dag, echt weekend heb je dus niet. Wel af en toe een dag tussendoor dat je vrij bent, tenzij er juist die dag veel patiënten binnenkomen.
Ik kan 3 verschillende diensten hebben: ER1, ER2 of ward.
Als ER1 ben je het team dat als eerste vertrekt naar de poort of de HLS (heli-landing-site) als er een traumapatiënt wordt aangekondigd. Daarnaast zie je ook de 'poli-patiënten': Afghanen die eerder opgenomen en vaak geopereerd zijn in ons ziekenhuis, en nu terugkomen voor controle. Meestal ben je daar wel redelijk druk mee, omdat patiënten nooit op het afgesproken tijdstip komen, je een tolk nodig hebt voor de communicatie, de tolk net koffiedrinken is, de patiënt vond dat ie te lang moest wachten en even een wandelingetje is gaan maken, enzovoorts. Als patiënt, dokter, verpleegkundige, tolk en dossier zich dan eindelijk in dezelfde ruimte bevinden, blijkt de patiënt in het ziekenhuis van de Amerikanen te worden verwacht....! Dit soort perikelen zorgen ervoor dat alles veel meer tijd kost dan in Nederland, maar ach, het houdt het leven afwisselend!
Als dokter van de ward (afdeling) zijn alle patiënten die opgenomen liggen mijn verantwoordelijkheid: visite lopen, wonden controleren, onderzoeken aanvragen, overplaatsingen regelen en ontslagbrieven schrijven. Niet echt mijn favoriete dienst, maar het hoort erbij en als ik heeeeel eerlijk ben is het ook nog best leerzaam.
Als ER2 ben je het tweede team dat een traumapatiënt kan opvangen. Je komt dus pas in actie als er 2 of meer patiënten tegelijk of vlak na elkaar binnenkomen. Dat geeft dus wat meer ademlucht om 's te gaan sporten of een keertje stiekum tot half 9 in je bed te blijven liggen!

Ontspanning
Afhankelijk van wat voor dienst ik heb en hoe druk het is, ben ik 's avonds ook nog aan het werk. Zo niet, dan vullen we de tijd met sporten (hardlopen als het niet te droog of te nat is, anders fitnessen), filmpje kijken op je labtop (zit nu midden in Gooische Vrouwen, heerlijk!), koffiedrinken in de POR of een spelletje spelen. Heb een hoop boeken bij me, maar daar heb ik de rust nog niet voor gevonden. Net als een keertje op zondag naar de bazhaar gaan.

De Fab
Onze fab (slaapcontainer) delen we nu nog met z'n viertjes, maar als het goed is vertrekken 2 fabgenootjes binnen een week naar Nederland of een andere fab. Hopelijk hebben Rebecca en ik dan de fab voor ons tweetjes! Rebecca is de apotheker van ons ziekenhuis, ongeveer net zo oud als ik, en dus mijn fabgenootje: heeeeel gezellig! Kasten hebben we niet, maar aan een zelf opgehangen spanband (jeetje, wist niet dat ik dat kon!) hebben we van die Ikea-hangkastjes opgehangen voor alle kleding e.d.. Verder leuken we de fab op met foto's, kaarten, kerstlichtjes en glow-in-the-dark-sterren (dank je wel, lief!). Het begint steeds gezelliger te worden!

Tot zover een inkijkje in Kamp Holland, als ik het Afghaanse snotter-virus waar ik nu last van heb heb overwonnen, volgen de bijbehorende foto's!

Liefs,
Nienke